Mindfulness en concentratie

Onder afgeleid zijn wordt doorgaans verstaan, niet meer met je aandacht zijn bij wat je doet. In meditatieve tradities wordt daarnaast dualistische fixatie (een subject dat fixeert op een object en zodoende het ervaren opdeelt) ook als afleiding gezien. Ook al ben je heel aandachtig met je werk bezig, dan kan vanuit meditatief oogpunt gezien dit nog steeds een soort van afleiding betekenen, indien dit met veel fixatie gepaard gaat. Concentratie kan gezien worden als een langere tijd niet afgeleid zijn.

Via mindfulness kan een open en ontspannen vorm van concentratie ontstaan waarin ervaring toegelaten wordt om te veranderen en waarin ook de focus zelf kan veranderen, zowel in oriëntatie als in de mate van gefocussed zijn.
"awareness brings in concentration" en "awareness chooses without becoming distracted".

"Mastering successful work, Skillful Means Wake up!"
(Bewustzijn, concentratie en energie, de weg naar succesvol werken) - Tarthang Tulku
Via gewaarzijn kan er als het ware "in getuned" worden zodat een bepaalde mate van focus ontstaat. Dit "tuning in" ontstaat vanuit het aanwezig zijn met gewaarzijn.
Focus is niet iets wat een "ik" doet of creeert als het ware, maar wat vanuit zijn kan gebeuren. Als je concentratie gaat doen is de kans groot dat je streeft naar een bepaald denkbeeld van concentratie waarbij er dan geen "tuning in" vanuit gewaarzijn is, maar er eerder een "blocking out" van mogelijke afleiding is.
Indien afgeleid zijn dreigt te ontstaan kan dit vanuit mindfulness snel herkend worden, en fixaties kunnen losgelaten worden (zie ook mindfulness en fixatie). Hierdoor kan het aandachtsveld weer uitdijen en vanuit een vrij en open gewaarzijn kan op een natuurlijke manier gerichtheid ontstaan op hetgeen aan de orde is. Op deze manier kan zonder concentratie te doen of ernaar te streven, vanuit gewaarzijn een natuurlijke ontspannen focus ontstaan. Indien deze focus ontaardt in fixatie dan kan dit weer herkend worden waarbij de focus vrijgelaten kan worden zodat deze kan veranderen en weer kan openen.
Op deze wijze kan er op een ontspannen manier een gerichtheid op het object van de mindfulness-oefening zijn, waarbij de geest niet te gespannen en ook niet te ontspannen is.
The musician asked, "Should I control my mind or should I completely let go?" The Buddha answered, "Since you are a great musician , tell me how you would tune the strings of your instrument," The musician said, "I would make them not too tight and not too loose," "Likewise," said the Buddha, "in your meditation practice you should not impose anything too forcefully on your mind, nor should you let it wander." That is the teaching of letting the mind be in a very open way, of feeling the flow of energy without trying to subdue it and without letting it get out of control, of going with the energy pattern of mind. This is meditation practice.

"Cutting through spiritual materialism"
(Spiritueel materialisme doorsnijden) - Chögyam Trungpa, een beroemde leraar in het Tibetaans Boeddhisme die leefde in de vorige eeuw (1939 - 1987).
There has to be a certain discipline so that we are neither totally lost in daydream nor missing the freshness and openness that come from not holding our attention too tightly. This balance is a state of wakefulness, mindfulness.

"The Sanity we are born with, a Buddhist approach to psychology"
(Je gezonde kern, een boeddhistische benadering van psychologie) - Chögyam Trungpa
In verband hiermee is de indeling die Daniel J Siegel (een Amerikaanse hoogleraar en psychiater) maakt interessant. Hij zegt: health arises from a process called integration. When integration is happening (whether it is in your nervous system or in your relationships) it is harmonious, flexible and adaptive, it has a certain stability and vitality to it. But when integration is not happening you move to chaos or rigidity. Zie de presentatie taking time in van Daniel J Siegel op de presentaties-pagina.
Bovenstaande suggereert dat een benadering van "laten zijn", met daarbij een luisterende, voelende of observerende relatie tot de ervaringen die plaatsvinden (laten zijn in gewaarzijn), leidt tot integratie, harmonie en flexibiliteit, omdat via die benadering van "laten zijn", rigiditeit of chaos kan veranderen in openheid en stabiliteit.
Chögyam Trungpa geeft in het boek "The Path is the goal" aan om niet in termen van concentratie maar in termen van mindfulness te denken omdat concentratie de connotatie van een fotografische relatie met het object van concentratie heeft en in het boek "The myth of freedom and the way of meditation" schrijft hij.
. . . just sit and develop the watchfulness of your breathing. Concentration involves something to grasp, something to hold on to. You are "here" trying to concentrate on something "there". Rather than concentration we practice mindfulness. We see what is happening there rather than developing concentration, which is goal-oriented. Anything connected with goals involves a journey toward somewhere from somewhere. In mindfulness practice there is no goal, no journey; you are just mindful of what is happening there.

"The myth of freedom and the way of meditation"
(De mythe van vrijheid en het pad van meditatie) - Chögyam Trungpa
Zo bezien is het wellicht beter om niet in termen van focus te denken maar in termen van aanwezig zijn zonder hierbij gevangen te raken in gedachtepatronen of emoties of zonder fixerend te zijn. Mocht dit gevangen raken of fixerend-zijn toch gebeuren dan kan het aanwezig-zijn op een zachte manier "getuned" worden via loslaten en laten zijn in gewaarzijn waarbij het gevangen-zijn-in-iets of het fixerend-zijn het uitgangspunt kan zijn zodat dat niet eerst vervangen hoeft te worden met iets anders maar waarbij dit natuurlijk kan veranderen.
Bij veel fixatie kan het belangrijk zijn om niet te snel weer gericht te zijn op het object van de mindfulness oefening. Indien je gevangen zit in gedachten en je zou dit weer snel willen dan wordt dat eigenlijk een streven naar een resultaat. Er kan dan een strijd ontstaan tussen aan de ene kant het fixerende patroon en aan de andere kant de instructie die aangeeft om gericht te zijn op het object van de oefening.
In plaats daarvan kan je jezelf enige tijd geven om de fixatie los te laten (zie ook mindfulness en fixatie) en geleidenlijk en natuurlijk weer enigsinds gericht te zijn op het referentie-object van de meditatie. Bijvoorbeeld in het geval van de ademhaling, is het zo dat de ademhaling natuurlijk optreedt. Indien na fixatie een laten zijn in gewaarzijn gecultiveerd wordt, kan het aandachtsveld uitdijen en vrijer worden zodat op een natuurlijke manier gerichtheid op de sensaties van het ademhalen kan ontstaan. In plaats van via strijd en instructie, kan nu via laten zijn in gewaarzijn de oefening of het werk weer opgepakt worden.
Afhankelijk van hoe sterk de fixatie is, is er meer tijd nodig. Als er stabiliteit is in een ontspannen focus en er komt iets op dat afleidt, kan het herkennen daarvan al voldoende zijn om die afleiding weer los te laten en niet afgeleid te zijn. Indien echter de afleiding met veel fixatie gepaard gaat, kan het beter zijn om daar even bij aanwezig te zijn en vanuit het cultiveren van laten zijn in gewaarzijn verder te gaan.
Zie o.a. de pagina over mindfulness en zuiver gewaarzijn voor nog andere betekenissen van afgeleid zijn en voor een vorm van meditatie waarbij je je ook niet bewust richt op het referentie-object maar waarbij het kennen van het referentie-object voldoende is. Alsgevolg van het spontaan kennen van het referentie-object kan er hierbij ook enige gerichtheid ontstaan vanuit gewaarzijn. In de praktijk gebeurt hetzelfde als eerder op deze pagina beschreven maar is het uitgangspunt niet concentratie of gefocussed zijn, maar eenvoudig weg het kennen van het referentie-object vanuit laten zijn in gewaarzijn.